“Er is een verschil tussen het levenstestament en het ‘gewone’ testament”, zegt Smink. “Het zijn aparte akten. Het gewone testament werkt na overlijden. Het levenstestament is voor de situatie dat je nog in leven bent, maar niet meer in staat bent om je eigen wil te bepalen dan wel je eigen beslissingen te nemen. Bijvoorbeeld in geval van dementie of wanneer iemand in coma ligt. In een levenstestament kun je aangeven wie jouw gevolmachtigde wordt wanneer je zelf niet meer kunt handelen. Als je dat niet zou doen, betekent het dat je naaste familie (partner, kinderen) naar de rechter moet om beschermingsmaatregelen aan te vragen. Een curatele, beschermingsbewind en/of mentorschap. En daarmee kom je gelijk ‘in het zicht’ van de rechter en je moet aan allerlei formaliteiten voldoen. Om dat te voorkomen maken mensen een levenstestament. Je regelt daarin onder meer wie jouw zakelijke aangelegenheden regelt; je administratie, verzekeringen, betalingen; dat soort zaken. Maar je kunt daarin desgewenst ook een paragraaf opnemen ten aanzien van alle geneeskundige aangelegenheden.”
Brede erkenning
“Het is een stuk dat breed erkend wordt door alle relevante partijen. Banken, verzekeringsmaatschappijen, artsen”, aldus Smink. “Dat is belangrijk omdat het, mocht je in een situatie raken waarin je zelf niet meer kunt handelen, je naasten de mogelijkheid geeft de honneurs voor jou waar te nemen. Heel belangrijk hierin is vertrouwen, want alles wat je nu zelf nog kunt, dat kan en mag de gevolmachtigde later voor jou doen wanneer je dat zelf niet meer kunt.”
Testament en ‘estate planning’
“Niet alleen de kwaliteit van leven in de laatste fase van iemands leven is belangrijk, maar ook de manier waarop de afwikkeling van nalatenschap wordt vastgelegd in het testament. Er bestaat weliswaar een hele mooie wettelijke regeling, maar daarin wordt geen rekening gehouden met fiscaliteit. In de praktijk zien we vaak dat vijftigplussers bijvoorbeeld veel vermogen in hun woning hebben en dat er relatief weinig op de bank staat. Bij de regeling zoals de wet die geeft, de zogenaamde wettelijke verdeling, wordt alles toegedeeld aan de langstlevende, de woning, de auto, de inboedel en banksaldi, onder de verplichting alle schulden voor zijn/haar rekening te nemen. De kinderen krijgen hun erfdeel niet uitgekeerd, maar die krijgen een vordering ter grootte van hun erfdeel. Zolang de kinderen feitelijk nog niets hebben en de vordering van de kinderen komt boven de € 21.282,–, moet er erfbelasting worden betaald. Deze erfbelasting komt voor rekening van de langstlevende. Er moet in dat geval wel voldoende geld in de ‘spaarpot’ van de langstlevende zitten om deze te kunnen voldoen.”
Smink: “Wij maken dan ook graag gebruik van zogenaamde flexibele testamenten. Deze testamenten geven allerlei opties en bij het overlijden van de eerste van beide echtgenoten kan daaraan, afhankelijk van de prioriteiten van dat moment, invulling worden gegeven. Belangrijke punten zijn daarbij: hoe kan de langstlevende op dezelfde wijze blijven doorleven, maar vaak ook: hoe kunnen wij zo weinig mogelijk belasting betalen. Bij een goede nalatenschapsplanning, ook wel ‘estate planning’ genoemd, kijken wij naar de persoonlijke situatie en wensen van mensen. De wijze waarop zij zijn gehuwd, is er sprake van een beperkte gemeenschap, of zijn er huwelijksvoorwaarden, zijn er goede testamenten en levenstestamenten. Aan de hand daarvan bekijken wij wat het beste bij hen past. Een estate planning is maatwerk. En in de meeste gevallen is het de investering meer dan waard.”