Als bedrijf meehelpen de energietransitie tot stand te brengen. En dat binnen de context van een nóg bredere opgave: het creëren van een volledig circulaire economie. Dat vergt tijd, geld, energie en ook erg veel geduld. Je mag je afvragen of er ondertussen dan nog geld verdiend kan worden. Jelmer Algra, Directievoorzitter van de Friese Rabobanken, begrijpt die vraag en kan erom glimlachen. “We investeren inderdaad tijd en geld om sámen met velen te bouwen aan die circulaire economie, met ook slimmere energietoepassingen. We zijn echter geen hemelbestormers. We veranderen mee met de veranderende wereld en we proberen vanuit onze financiële expertise en ons netwerk een bijdrage te leveren aan de uitdagingen waar de samenleving nu voor staat.”
In feite is Jelmer Algra zélf de verpersoonlijking van die veranderende wereld, want deze man uit Berlikum, nu woonachtig in Wier, oogt als de diametrale versie van het oude type bankdirecteur. Liever geen stropdas en ook, geen ‘u’, maar ‘jij’ en Algra schenkt voor de gasten van OF zélf eventjes de koffie in.
En bij de eerste slokjes daarvan starten we dan ook direct het gesprek over de issues die zijn bank vandaag de dag zo bezighouden. Al die onderwerpen heeft men bij de Rabobank gegroepeerd onder 5 pijlers: duurzaam wonen, duurzaam ondernemen, de energietransitie, banking4food en financieel gezond leven. “Je kunt begrijpen dat al die gebieden onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn”, aldus Algra. “En dat niet alleen: het speelt zich óók allemaal af in een maatschappelijke, dus ook politieke context. Dat alles maakt de uitdagingen complex. Maar, er worden écht hele mooie stappen gemaakt.”
Hennep
Als eerste voorbeeld van die verwevenheid van onderwerpen noemt Algra biobased bouwen. “Dat zie ik als een noodzaak voor het creëren van de circulaire economie. Maar dan heb je uiteraard niet alleen met de bouwers te maken, maar ook met de boeren, die de grondstoffen leveren. Denk aan hennep en lisdodde, te gebruiken als isolatiemateriaal. Het verdienmodel ís er, maar voor de juiste volumes zou je eigenlijk enorme oppervlaktes land moeten hebben om prijstechnisch te kunnen concurreren met de materialen waar we juist vanáf willen, zoals PUR-isolatie. En veel ruimte hebben we in Nederland niet. Nu hebben die gewassen óók het voordeel dat ze veel CO2 opslaan. Met CO2-credits kun je dat waarderen en dan kan het een enorme stap betekenen richting circulaire economie. Zo proberen we van alle kanten te kijken of investeringen ook echt uit kunnen. Dat wordt als coöperatieve bank ook van ons verwacht.”
Een uitdaging van jewelste ligt bij regelgeving, aldus Algra. “We leven in een overgereguleerd land. We zouden als bank misschien met onze financieringen van bijvoorbeeld duurzame huizen nóg wel een stapje verder willen gaan, maar dan loop je tegen de maximale financiering aan die wettelijk is toegestaan. Dat snappen we uiteraard ook, maar dat is niet altijd leuk. Dan komen we in contact met een bedrijf dat ons enthousiast maakt met een kansrijke meerjarenstrategie voor warmtepompen, maar dan moeten we uiteindelijk misschien toch nee verkopen omdat er te veel onzekerheid is over regelgeving op de middellange termijn, hetgeen uiteraard van invloed kan zijn op het rendement.”
Hobbelig
Hoewel de weg naar een circulaire wereld en de energietransitie dus lang en soms hobbelig is, is Algra optimistisch. “Het mooie van Friesland is dat het net een dorp is. Er is een hechte gemeenschap en we weten elkaar snel te vinden. Ik vind het bovendien inspirerend dat wij als bank niet alleen met onze kennis en ons netwerk kunnen aanjagen en verbinden, maar dat we óók met concrete euro’s kunnen investeren. Niet alleen door financiering van duurzame projecten, maar ook omdat wij jaarlijks van ons coöperatief dividend een deel mogen uitkeren aan de samenleving. Daarmee subsidiëren wij jaarlijks voor 2,1 miljoen euro aan projecten in Friesland. We steunen de verduurzaming van clubgebouwen, maar ook bijvoorbeeld het zwembad van Witmarsum, dat voor het hele dorp als toeristenpleister belangrijk is en helemaal van het gas af wil. Ook steunen we het stimuleren van Friese export, in samenwerking met het WTC en de Oranjewoud Export Academy. We hebben in Friesland prachtige bedrijven, die de wereld ook iets unieks te bieden hebben. Denk aan de decentrale waterzuiverings-units van Hydraloop. Dat soort innovaties kun je wereldwijd vermarkten en hoe meer we dat doen, hoe meer wérk er in deze provincie blijft.”
Je zou kunnen denken dat de Rabobank met deze visie en al die betrokkenheid dé groene bank is van Nederland. Maar die te grote broek wil Algra beslist niet aantrekken. Wij zijn vanuit onze historie verbonden met de hele samenleving en willen als zodanig ook werken. Vanuit onze duurzaamheidsmissie bijvoorbeeld zouden we kunnen besluiten om alleen maar label A-woningen (meest energiezuinig, red.) te financieren. Maar daarmee loop je de kans als bank dat je je afsluit van de onderkant van de samenleving. Dat willen wij dus niet.”
Grote stallen
Nog altijd is de Rabobank er óók voor de agrarische sector. In Friesland is deze sector goed voor 50 procent van de balans van de bank. Die landbouw staat extreem onder maatschappelijke- en politieke druk omdat de miljoenen varkens en koeien nu eenmaal veel broeikasgas uitstoten. En dan is het nog maar acht jaar geleden dat het melkquotum van de EU werd afgeschaft en veel boeren, óók in Friesland aanzienlijke schaalvergrotingen doorvoerden. Grote stallen schoten als paddenstoelen uit de Friese grond. Hoe kijkt Algra terug op die ontwikkeling? De directeur: “Met de kennis van nu kun je daar zeker kanttekeningen bij plaatsen. Maar, de transities waar we nu inzitten vergen ook genuanceerd denken. We kunnen het uitstoot-probleem van de agrarische sector niet ontkennen, maar in 2015 was denk ik niet te voorspellen hoe snel het urgentiegevoel rondom natuur en milieu, de circulaire economie en ook de energietransitie zou groeien.
Wij proberen als bank uiteraard wel te denken in lange termijnen, maar we zijn geen visionairs die ver voor de troepen uitlopen. We willen samen optrekken met de maatschappij. Een nuancering is ook: de grootschalige bedrijven zijn vaak qua rendement en binnen de huidige kaders de schoonste en meest efficiënt. En de economische wetmatigheid is dat schaalgrootte zorgt voor voldoende rendement. Als daar geen ruimte meer voor is in ons land moet je zorgen dat er maatschappelijk draagvlak komt om de duurdere producten van kleinschalige en duurzame boeren te willen betalen.
Het gaat om maatschappelijke keuzes. Neem ook windmolens. Ik begrijp dat niet iedereen ze direct in de achtertuin wil, maar méér boeren met een windmolen op het erf zorgt voor een stukje alternatief inkomen voor de agrariër en helpt de transitie naar de winning van duurzame energie weer dichterbij te brengen.”
Peloton
En wat vindt Algra persoonlijk het meest inspirerend bij al die uitdagingen? “Het meest inspirerend vind ik het om de brug te slaan de koplopers en de volgers. In Friesland hebben we enkele geweldige koplopers. De Omrin uit Leeuwarden en Opnieuw in Buitenpost zijn mooie voorbeelden op het gebied van ondernemingen die circulariteit succesvol weten in te bouwen in het bedrijfsmodel. Maar ook ondernemer Jaap Hoekstra bijvoorbeeld; de duurzame vastgoedinvesteerder uit Leeuwarden, die onder andere oude fabrieks- en bedrijfspanden koopt en verduurzaamt. Hij geeft eerst zélf het goede voorbeeld en vervolgens is hij inspirator van de verduurzaming van het complete bedrijventerrein de Zwette. Een project waar wij als bank bij betrokken zijn. Zo gaan ook ándere ondernemers meedoen. Dat vind ik fantastisch, want je hebt elkaar nodig. Het peloton is nodig om koplopers te kweken en het peloton heeft de koplopers vervolgens nodig om zich aan op te trekken.”