Wees niet zo dom als ik!
Toen ik trouwde, trouwde je automatisch in algehele gemeenschap van goederen. Tegenwoordig trouw je in een beperkte gemeenschap van goederen. In het kort komt dit erop neer dat wat je voor het trouwen had, van jou blijft en alles wat je na het “ja-woord” verkrijgt, sam sam wordt. Óók wat je verdient vanuit bijvoorbeeld je BV en alles wat je bedrijfsmatig mocht ondernemen na het trouwen. Zo heb je na het huwelijk toch weer de gemeenschap van goederen en dat wilde je als ondernemer eigenlijk niet.
Toen ik notaris werd en daarmee mijn eigen bedrijf kreeg, was door ons huwelijk alles gemeenschap van goederen geworden. Het was een heel gedoe om dit weer uit elkaar te halen in het “mijn en dijn”; kostbaar ook. Behalve dat je als notaris verplicht bent om op huwelijksvoorwaarden te trouwen, wilde ik ook het vermogen van mijn man beschermen, mocht er iets misgaan. Maar ook mijn eigen bedrijfsvermogen wilde ik beschermen voor als wij elkaar niet meer zo lief zouden vinden. Daarom adviseer ik mijn ondernemende cliënten altijd om eerst “ja” bij mij te zeggen voor huwelijksvoorwaarden alvorens “ja” te zeggen bij de ambtenaar van de burgerlijk stand.
Een aanmerkelijk belang BV.
Gaan de zaken goed dan heb je al snel een holding-BV met daaronder een werkmaatschappij-BV. Dit om ondernemersrisico’s verder in te dammen. Je holding-BV noem ik ook wel je spaarpot. Daarin bewaar je onder meer de overtollige bedrijfswinsten. Verkoop jij je bedrijf dan verkoop je eigenlijk de werkmaatschappij-BV. De verkoopsom komt dan in je holding-BV. Op de holding-BV heeft de fiscus nog wat wij noemen een “aanmerkelijk belang claim”. Dit is het verschil tussen de waarde die je ooit in je holding-BV hebt gestort (doorgaans een startkapitaal van toen € 18.000 en nu vaak € 1) en de daadwerkelijke waarde van je holding-BV. Bij jouw overlijden is dat verschil nu met 26,9% inkomstenbelasting belast. Vanaf volgend jaar hanteert de belastingdienst twee schijven, te weten: de eerste € 67.000,- wordt tegen 24,5% inkomstenbelasting belast en het bedrag daarboven tegen 31%. Óók de erfbelasting komt dan om het hoekje kijken. De liquiditeiten om deze claims te voldoen moeten er dan wel zijn! Dat is lastig als het vermogen nagenoeg vastzit in panden of een beleggingsportefeuille, kortom: in jouw pensioenvoorziening.
Ondernemer overlijdt
Kom je als ondernemer als eerste te overlijden en zit het meeste vermogen aan jouw kant, dan zal jouw partner een fors bedrag moeten aftikken met de fiscus. Is dit geld er wel? Het is om deze reden dat ik vaak adviseer om de huwelijksvoorwaarden later op te heffen en over te gaan naar de algehele gemeenschap van goederen. Hierdoor wordt dan slechts de helft van het aanmerkelijk belang belast.
Maar ja, wanneer kom je te overlijden? Nu al die huwelijksvoorwaarden opheffen is vanwege de inperking van het ondernemersrisico wellicht nog niet handig. Bovendien weet je niet of jij als eerste komt te overlijden. Stel je partner komt als eerste te overlijden én de huwelijksvoorwaarden zijn opgeheven, dan moet jij ineens belasting betalen over wat daardoor van jouw holding naar jouw partner is gegaan. Zonder opheffing van de huwelijksvoorwaarden hoefde dat anders niet.
Een oplossing kan zijn om een levenstestament te maken en daarin een volmacht op te nemen waarmee jouw partner de huwelijksvoorwaarden kan opheffen. De hele tekst van de huwelijksvoorwaarden moet in die akte worden opgenomen, maar daar weet jouw notaris wel raad mee. Het levenstestament vind ik een bijzonder fraaie en waardevolle akte, met name óók voor ondernemers en wel van elke leeftijd! Meer over het levenstestament en huwelijksvoorwaarden, zie mijn website rientjesnotariaat.nl.
Karin Rientjes is notaris en mediator bij Rientjes Notariaat te Sneek.
Meer weten: info@rientjesnotariaat.nl