Wanneer een werknemer betrokken is geraakt bij een ongeval dat door een ander is veroorzaakt en waarbij die werknemer vervolgens (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt raakt, heeft dit in eerste instantie vooral een enorme impact op de werknemer zelf. Daarnaast kan het voor u als werkgever ook gevolgen hebben. Zoals hoge kosten. Deze kosten kunnen echter in veel gevallen voor een deel worden vergoed.
Door het wegvallen van een werknemer worden bedrijfsprocessen vaak verstoord. Er moeten vervangende arbeidskrachten worden ingeschakeld en het loon van de arbeidsongeschikte werknemer moet worden doorbetaald. Verder heeft de werkgever ook de verplichting de werknemer te re-integreren. Ook kan de werkgever te maken krijgen met de financiële gevolgen van het feit dat hij eigen risicodrager is voor de Ziektewet of de WGA.
Het voorgaande brengt in de regel hoge kosten voor de werkgever met zich mee. Veel werkgevers zijn er echter niet van op de hoogte dat het in dergelijke situaties mogelijk is deze kosten (deels) vergoed te krijgen.
Zo heeft de werkgever bijvoorbeeld een zogenaamd ‘regresrecht’ op een aansprakelijke derde partij, wanneer de arbeidsongeschiktheid van de werknemer is veroorzaakt door die partij. Dit houdt dus in dat de werkgever de gemaakte kosten c.q. schade kan verhalen.
Dit regresrecht is echter niet onbeperkt. Er geldt een beperking in het verhaalsrecht van de werkgever, het zogenaamde “civiele” plafond. Dat wil zeggen dat verhaal alleen mogelijk is als er sprake is van onrechtmatig handelen van de derde partij. Het verweer dat die derde jegens de arbeidsongeschikte werknemer kan voeren (bijvoorbeeld eigen schuld of mede-schuld) kan die derde ook jegens de werkgever voeren. De derde kan ook niet voor meer worden aangesproken dan hetgeen hij zelf verschuldigd zou zijn geweest aan de werknemer als de werkgever geen loondoorbetalingsverplichting zou hebben gehad.
Kosten die voor regres in aanmerking komen zijn onder andere het nettoloon dat de werkgever op grond van de wet of arbeidsovereenkomst aan de zieke werknemer moet doorbetalen (uitgezonderd belasting en sociale premies), kosten voor re-integratie (zoals een arbodienst, een re-integratiebureau, of bijscholing), kosten voor een aanpassing van de werkplek, administratiekosten en advocaatkosten. Belangrijk om te weten: omzetderving en kosten van het inhuren van een vervangende kracht zijn in beginsel niet verhaalbaar.
Om met succes een beroep te kunnen doen op het regresrecht moet de schade aantoonbaar zijn toegebracht door de derde en een direct gevolg zijn van de actie van de derde partij.
De veroorzaker moet dus daadwerkelijk schuld hebben aan de oorzaak van de schade. Het maakt daarbij niet uit of het voorval onder of buiten werktijd is gebeurd. Ook moet de werkgever op tijd met het regresverzoek; vanaf de eerste dag van de uitval van de werknemer heeft de werkgever vijf jaar de tijd om gebruik te maken van het regresrecht en de kosten te verhalen.
U merkt het al; in veel regreszaken is een specialistische aanpak vereist. Brouwer Advocatuur is u graag van dienst bij het verhaal van de loonschade en re-integratiekosten op de aansprakelijke partij. Zij kan daarbij voor uw werknemer ook een rol vervullen bij het verhalen van diens schade.