Fryslân is koploper biobased bouwen. Dit is een nieuwe manier van werken met nieuwe materialen en vraagt dus om nieuwe scholing. Niet alleen in de bouwsector, maar ook in de landbouw en de verwerkingsindustrie. Om biobased materialen te kunnen gebruiken, moeten er namelijk andere gewassen worden geteeld, verwerkt en toegepast – en dat vraagt om nieuwe kennis en vaardigheden. De komende vier jaar krijgen Firda, NHL Stenden, Van Hall Larenstein, Aeres MBO Leeuwarden en de RUG/Campus Fryslân samen 1,9 miljoen uit de LLO-Katalysator, waarbij LLO staat voor leven lang ontwikkelen. Dit is een programma van Rijksoverheid voor het versnellen van de (om)scholing van bestaand personeel binnen de energie-, en grondstoffentransitie.
De eerdergenoemde Friese onderwijsinstellingen (verenigd in het Onderwijs Akkoord Friesland) slaan de handen ineen met 18 bedrijven uit de hele keten, Circulair Friesland, Innovatiepact Fryslân, met ondersteuning van Building Balance en de provincie Fryslân. Het gezamenlijke doel: een toekomstbestendig scholingsaanbod ontwikkelen dat aansluit op de behoefte in de praktijk en bijdraagt aan een sterke biobased keten in de regio.
De samenwerking is bijzonder omdat het volledige onderwijsveld betrokken is. Aeres MBO Leeuwarden en Van Hall Larenstein brengen expertise in op het gebied van teelt en agro. NHL Stenden en Firda richten zich op toepassingen binnen de bouw en de industrialisatie. RUG/Campus Fryslân buigt zich over het strategische en overkoepelende deel: de ketenintegratie.
Carlo Segers, lid van het College van Bestuur van Firda: “Dit project laat zien hoe een unieke samenwerking tussen beroepsopleidingen en regionale (bouw)bedrijven leidt tot innovatieve en duurzame bouwoplossingen. Samen bouwen we aan de toekomst – met én voor de regio.”
Nieuwe vormen van onderwijs en samenwerking
Het scholingsaanbod wordt niet van bovenaf bedacht, maar ontstaat direct uit de praktijk: bedrijven – architecten, bouwbedrijven, materiaalhandelaren, toeleveranciers, boeren, telers – en onderwijsinstellingen gaan samen op basis van concrete vragen waar de bedrijven tegenaan lopen, nieuw onderwijsaanbod ontwikkelen. Deze nieuwe vormen van onderwijs en samenwerking vragen om circulaire benaderingen, waarin de kennis voortdurend circuleert tussen deze partijen en waarbij de oplossingen continu worden getest op effectiviteit.
Live vertaling naar passend onderwijs
Door de gelden van de LLO-Katalysator is het mogelijk om een ‘live’ vertaling te maken van praktijkvragen naar passend onderwijs. Met de verzamelde vragen uit de hele keten wordt vervolgens breder inzetbaar (om)scholingsaanbod ontwikkeld, zoals opleidingen en trainingen, die beschikbaar worden gesteld voor de sector. De kern van deze aanpak? Een sterke samenwerking tussen het onderwijs en het werkveld, waardoor onderwijsaanbod écht aansluit op de praktijk.
