Niemand kiest ervoor om vrijwillig een geestelijke of lichamelijke handicap te hebben. Toch is er óók zoiets als een gekozen handicap en dat is er eentje die we zelf creëren. In de neuro-wetenschap heet dit een ‘chosen dissability’. Ik leg dat graag even uit.
Persoonlijke groei doormaken kun je vergelijken met een wandeling door een onbekend, maar wonderschoon berglandschap. Overal kom je onverwachte dingen tegen. Van moeilijke beklimmingen tot stukjes relaxte afdaling en van donkere bossen, tot open plekken met heldere vergezichten. In ons leven en dus ook in onze carrière gaan we door een landschap vol vaardigheden die we nog moeten leren. Bekende groeiremmers daarbij zijn de stemmetjes in ons hoofd: “ja, maar”… of “dat kan ik niet”, of: “dat lukt me nooit.”
In het huidige schoolsysteem staat daar ‘gelukkig’ de leraar die de kinderen dan helpt met allerlei adviezen en tips. De huidige welwillende, goedbedoelende manager/ teamleider doet hetzelfde, even als ouders voor hun kinderen. Een valkuil is dóór te slaan in die wens om te willen helpen bij iedere hulpvraag. Dán creëren we een handicap. Professor Guy Claxon schrijft en spreekt er confronterend over. Toen ik daar voor het eerst over hoorde, was het alsof ik in de spiegel keek. We hebben de neiging om bij een hulpvraag te willen helpen. Maar hoe dan wel? De taak van de ouder, de leraar, de coach en de manager is om de persoon het vertrouwen te geven en niet de oplossing.
Tijdens de managementtrainingen die ik mag geven laat ik de deelnemers zien hoe die drang om problemen van een ander op te lossen de medewerkers juist een handicap bezorgen, een gekozen handicap. Ik probeer te laten zien wat de jammerlijke effecten daarvan zijn en ik leer ze hoe het anders kan.
Want we weten immers heel goed dat de mens tot heel veel in staat is, als het maar écht nodig is. En daarmee kanaliseren we de stemmetjes in ons hoofd tot oplossend vermogen.