Het is al zo’n twintig jaar gelden. De Leeuwarder Courant startte onder leiding van commercieel roofdier Nico Bakker een ‘autokrant’. De reden: het Friesch Dagblad had dit vlak daarvoor óók gedaan. ‘De Friese Pers’ stampte een concurrerend krantje in elkaar, dumpte de advertentietarieven en voila, binnen no time was er geen enkele autokrant meer in Fryslan. En keerden autodealers weer terug naar de LC voor hun advertenties. Een sterk staaltje vechtmarketing . Inmiddels heeft het NDC het Friesch Dagblad overgenomen.
Iets anders wordt het wanneer redactionele content in de commerciële strijd wordt gegooid. Dat is omstreden. Immers, voor de lezer is het dan lastig om te bepalen wat men leest: onafhankelijke journalistiek, of betaalde promotiepraat, vermomd als journalistiek. Bij OF weten we daar alles van. We verdienen onze boterham door ondernemers een journalistiek platform te bieden. Je kunt adverteren, maar wie betaalt krijgt sneller redactionele aandacht, zo simpel werkt het.
Maar voor de duidelijkheid: we zijn niet te kóóp. We weten exact wat voor bladformule we hanteren. En wat we wel willen en niet willen. Er kan veel. Heel veel. Maar we doen niet álles. In die zin zijn we een luxe callgirl onder de Friese mediahoeren.
Commercieel zaken doen, onder het mom van journalistiek; het is overal, ook in Fryslan. Een uitgever in Drachten belt namens de LC adverteerders en biedt tegen betaling redactionele aandacht aan. Niks mis mee. Maar je moet wel door hebben dat jouw stukje dan niet door een reguliere LC-journalist wordt gemaakt en in een speciaal katern, met een kleiner lettertype, wordt geplaatst. En het TV-programma Doch it foar dyn doarp van Omrop Fryslan? Dat is natuurlijk geen journalistiek maar een (slimme) poging om lokale adverteerders te trekken.
Compleet onafhankelijke journalistiek – de waakhond van de samenleving – ligt aan het infuus. De VPRO doet mooie dingen en mag je ook TROS Radar een pluim geven. Maar commercie is overal. Jammer, maar geen ramp. Het legt wél een zware verantwoordelijkheid bij uitgevers en journalisten. En PR-mensen. Want het gevaar van misleiding zit soms verstopt in de nuance van slechts enkele woorden. Zo maakte marketingbureau ‘Proof’ een journalistiek magazine voor Delta Lloyd. Trots stuurden ze een persbericht. Met als laatste zin: ‘Delta Lloyd magazine verschijnt drie keer per jaar als bijlage van NRC Handelsblad’.
Ik knipperde heel even met mijn ogen. Waarschijnlijk bedoelden ze ‘betaalde bijsluiter’ en niet ‘bijlage’. Stel je eens voor; het NRC vindt Delta Lloyd journalistiek zó interessant dat ze er drie keer per jaar een bijlage over uitbrengen? Kijk, dan wordt het tijd om te emigreren.