Vroeger was ik fan van Engels voetbal. Toen ik achttien was reisde ik hartje winter eens met boot en trein naar Liverpool om een wedstrijd te bezoeken. Op match Day maakte ik vol spanning een winterse wandeling van de YMCA naar ‘Anfield Road’, de heilige voetbalgrond. Ik kocht een staanplaats voor 9 gulden (voor de jongeren onder ons: dat is 4,5 euro) en vervolgens mocht ik door de beroemde hekken, waar de gietijzeren woorden ‘You never walk alone’ me verzekerden dat ik voorbij de poorten van een mythe was gekomen.
Enkele jaren later zat ik diep in de muziek. En in Paradiso maakte ik voor 17 gulden (8,5 euro) een optreden mee van de Amerikaanse punkband Hüsker Dü. Keiharde muziek, maar toch vol melodie en harmonie. En hun teksten waren een troost voor een hele generatie. Het was geweldig om die inspiratiebronnen zo van dichtbij mee te maken. Bij de meer heftige nummers voelde ik het speeksel van de zanger op mijn wangen sproeien.
Mythes en hun prijs. Twee jaar geleden wilde ik mijn zoons nog eens op een wedstrijdje Liverpool trakteren. Kaartjes via internet, uiteraard. Het proces stopte toen ik de prijs zag: Liverpool-Newcastle: 179 euro per persoon, voor de goedkoopte plaatsen. Dag, potje voetbal.
En komende zomer komt Coldplay naar Nederland. Via internet dacht ik een kaart te bemachtigen. Ook dat feest ging helaas niet door. De dag waarop de kaartverkoop begon bleek ik als VISA-Card-houder helemaal niet welkom, want er was een ‘pre-sale’, waar alleen American Express-houders mochten voorpikken. Kosten: 86,90 euro per kaartje.
Ik ben echt niet zo’n overdreven zuinig type. Voor een goed maal in een goed restaurant betaal ik graag een forse rekening. Maar wat me stoort zijn de financiële uitwassen wanneer de mythologisering en de American Expressisering haar decadente werk doet in de sport en cultuur. Wat schoon was wordt dan vies. Neem Coldplay. Je vraagt je af: waar trekt zo’n band zelf de lijn. Je speelt voor 1 miljoen euro op Pinkpop en eist contractueel dat er backstage een tentendorp alleen voor jou gebouwd gaat worden waar de halve Syrische bevolking in zou passen. Opdat je – voor en na je optreden – zo ver mogelijk verwijderd bent van je lastige fans.
Ik heb de Franse Middeleeuwse filosoof Michel Eyquem de Montaigne nodig om exact te duiden wat hier gebeurt:
Werkelijk geleerde mensen gelijken korenhalmen op het veld: ze groeien fris op en verheffen het hoofd trots in de lucht zolang de aren nog leeg zijn; zodra ze zwellen en rijp worden laten ze ootmoedig het hoofd hangen.
De mannen van Coldplay zijn beslist geen korenhalm.
Benieuwd naar de andere columns van Menno? Kijk dan op zijn eigen Specialisten pagina.