In 2016 rondde Google onderzoeksproject Aristotle af. Meer dan 180 teams werden 2 jaar op wetenschappelijk niveau onderzocht. De vraag was simpel: wat maakt een team succesvol? Een aantal bevindingen leken voor de hand liggend. Op elkaar kunnen rekenen, werk doen dat voor medewerkers ook persoonlijke betekenis heeft, heldere doelen en taken, en als team het verschil kunnen maken bleken belangrijke beïnvloeders van succes.
Echter één factor stak er met kop en schouders bovenuit: psychologische veiligheid. Het gaat dan om het gevoel erbij te horen; je mening kunnen geven en je fouten kunnen bespreken en waardering geven en ontvangen. En ook het gevoel hebben dat je je unieke kwaliteiten kunt inzetten, dat er ruimte is voor creativiteit en voor het spuien van nieuwe ideeën; kortom een positief klimaat in het team.
Je psychologisch veilig voelen is het gevolg van jouw eigen gedrag plus het gedrag van de mensen om je heen. En daar ligt naar mijn overtuiging ook een cruciale taak van de leider. Werk niet alleen samen in het team maar werk ook samen aan het team. Een sportteam speelt immers ook niet alleen maar wedstrijden. Ze trainen ook om beter te worden. Ga met regelmaat in gesprek over wat er nodig is om samen goed te kunnen presteren en deel met elkaar welk specifiek gedrag daar wel en niet bij hoort. Niet om elkaar te veroordelen of de schuld te geven, maar om met en van elkaar te leren. Gras groeit immers ook niet harder door er alleen maar aan te trekken.