Aan de manier waarop ie het vroeg, wist ik al genoeg. Er zat weer een ‘Matthéetje’ aan te komen.
Een rake interventie van collega en vriend Matthé Pipping.
Dit gebeurde jaren terug maar ik weet het nog precies. We waren gevraagd om het team van eigenaren van een familiebedrijf te begeleiden want er was onderling gedoe. Gedoe in de vorm van vergif: elkaar gauw aanvallen en dus ook veel verdedigen, uit contact gaan, uitgaan van slechte bedoelingen, etc etc.
Kortom, ‘gewelddadige’ communicatie waarbij juist geweldloze communicatie nodig was:
een manier waarbij je aan de ene kant de ander deelgenoot maakt van wat je ervaart, wat je voelt en nodig hebt maar ook contact maakt met wat er in die ander leeft.
Matthé zette de twee kemphanen op stoelen tegenover elkaar en gaf ze beide een uiteinde van het stuk touw in handen.
Kemphaan 1 kreeg de opdracht om te vertellen wat hem bezighield en kemphaan 2 kreeg de opdracht om het touwtje los te laten zodra hij iets van oordeel, verwijt of kritiek ervaarde.
Wat een pracht van een metafoor vond en vind ik dat: het touwtje als verbinding tussen twee mensen. Als je twee mensen bij elkaar zet, heb je altijd een binding (denk maar eens aan jouw binding met een klant, partner, collega, kind, etc) maar niet automatisch een VERbinding. En dat is wel wat we graag willen. Ja, toch? Dan is er een bepaalde kwaliteit van contact waardoor je over en weer ontvankelijk bent voor de boodschap van de ander.
Natuurlijk liet kemphaan 2 binnen no time het touwtje los want hij kreeg van alles ‘toebedeeld’.
En wat deed Matthé? Hij ging kemphaan 1 coachen. Leerde hem hoe hij uit de gewelddadige en in de geweldloze communicatie kon komen.
Hierbij een paar tips zodat je meteen ook zelf aan de slag kunt:
- Benoem de feitelijkheden/feitelijke situatie. Dus dat wat waarneembaar is en niet jouw interpretatie ervan of oordeel daarop.
- Vertel wat je voelt in de ik-vorm. Boos, blij, bang, bedroefd?
- Doe een verzoek. Wat wil je?
- Voorbeeld: In plaats van: Je bent ook altijd te laat, het is steeds hetzelfde met jou!
- Probeer eens dit: Deze week hebben we 2x iets afgesproken en 2x was je er niet. Ik merk dat ik daar boos van word. Voor mij is ‘afspraak is afspraak’ belangrijk. Zou je met mij willen kijken hoe we kunnen zorgen dat de dingen die we afspreken ook gebeuren?