Een zomermiddag in Deventer. Na jaren toeren met de punkgroep ‘Kobus gaat naar Appelscha’ sta ik solo op het podium van jongerencentrum ‘Het Weeshuis’. Ik wil met muziek mijn brood verdienen en als `de Banjo Butcher uit Leeuwarden’ probeer ik voor het eerst solo wat bij te beunen. Country and western, met banjo, mondharmonica en een Sony 240XX ritme-box voor de noodzakelijke `country-beat’. Ik zie de lachende, hooggespannen gezichten van de organisatoren. Men kent mij nog van eerdere optredens en men verwácht iets.
Mijn belangrijkste instrument: die ritmebox. Dit stukje techniek moet het gemis van een begeleidingsband doen vergeten. Ik doe de `on-knop’ aan en heel geruststellend verschijnt in het displayschermpje de boodschap “Hello, I am the Sony 240XX!’’. Dit begint erop te lijken.
“Spelen, Butcher!’’, klinkt het enthousiast van achter in de tuin. En ook een van de organisatoren, een aardige jongerenwerker, komt me toefluisteren `dat ik wel mag beginnen’. Men heeft er zin in.
Ik voel de adrenaline stromen. Een heerlijk gevoel van macht komt over me.
Met een geroutineerd gebaar buig ik naar mijn ritmebox. Mijn vingers speuren over het toetsenbord naar de button `country’. Ik druk. Op het display zou nu de aankondiging `country’ leesbaar moeten zijn, maar daar verschijnt: “Hello, I am the Sony 24XX’’. Nog een keer druk ik op de country-toets. Alweer “Hello, I am the Sony 240XX’’.
Een klam en kokend gevoel overvalt me. Met een wanhopige, domme oerkracht druk ik nogmaals op het knopje. Weer die duivelse begroeting.
“Hello, I am the Sony 240XX’’.
In een laatste poging druk ik het gehele apparaat met een krachtige stoot uit en direct weer aan. Als een forse explosie schettert ineens door de tuin een keiharde rumba, met een volume waar de bladeren van gaan ritselen. Nu heb ik écht de lachers op mijn hand. Ik laat de rumba-orkaan een half minuutje doorgieren en mijn artiesten-instinct zegt me dat ik net moet doen alsof mijn banjo een portie sambaballen is.
Ik blijf pogingen doen om ‘country’ aan de praat te krijgen, maar het lukt niet. Bij iedere klap op het apparaat komen er oorverdovende rumba’s en chachacha’s uit de speakers, maar geen country. Het voelt als dé complete nederlaag, maar er gebeurt een wonder; het publiek vindt het prachtig. Experimenteler dan verwacht, maar wel geweldig.
Na een twintig minuten besluit ik mijn publiek te bedanken met een ritmeloze toegift met banjo en zang. Er volgt een bescheiden applausje, waarna de Butcher uit Leeuwarden met enige onrust in het hart gaat afrekenen bij de organisatie.
Ik krijg de afgesproken tweehonderd gulden. En twee dagen later krijg ik bij wijze van toegift het Deventer Dagblad toegestuurd. In het blad wordt melding gemaakt van een `kolderiek’ optreden van de `Banjo Butcher uit Leeuwarden’. Men spreekt van een `zich snel rijpend fenomeen uit de vaderlandse popmuziek’. De Sony 240XX ligt op dat moment al in een diepe kuil bij de Leeuwarder vuilverbranding en ik heb een studiegids aangevraagd van de Rijksuniversiteit Groningen.
Menno Bakker
Meer lezen of reageren?
linkedin.com/in/bakkermenno
of op https://x.com/OF_nl