Twintig dagen in Bretagne. Het lichaam heeft het ritme van de nabije zee aangenomen; groots, rustig, geduldig, onverstoorbaar.
Twintig dagen Frankrijk. Tijd om na te denken over het leven. Over ambities en over de ondraaglijke lichtheid van het bestaan, nu iedereen maar vrolijk twittert. Het kort en bondig-virus heeft toegeslagen. Twitteren is al lang tot fase 6 doorgedrongen: ‘de pandemische fase, met besmetting van mens op mens ook in andere regio’s’. Noodplannen voor de gezondheidszorg op alle niveaus! Wat een crime voor de communicatie.
Jean de la Fontaine (1621-1695) zei het al:‘Les ouvrages les plus courts sont toujours les meilleurs’. De kortste geschriften zijn altijd de beste. Oh ja, schrijven is schrappen. Maar twitteren? Nee. Je kunt de pot op met je 140 leestekens. Pure verlatingsangst, als je het mij vraagt.
Geef mij maar een goed verhaal. Geef mij maar een mooi beeld. De aandoenlijke kruin van de man die ik eerst niet mocht. Een mooi citaat in de hoek van een krant. Het silhouet van mijn bijna volwassen zoon, in de verte op het strand. Een terloopse krabbel, op de achterkant van een servet.
De kracht van kwetsbaarheid.
Twitter avant la lettre? Kijk op: