‘Ik was vijftien en wilde man zijn. Avontuur. Onze overbuurvrouw wilde haar zomerhuis op Terschelling verkopen voor 1000 gulden. Een soort tenthuis, maar wel met houten wanden. Ik had een krantenwijk en sloot diezelfde avond een kleine hypotheek bij mijn vader. Zo werd ik de eigenaar van een houten zomerhuis. Bij mijn eerste bezoek aan het huisje gingen twee sterke ooms mee. We haalden het huisje op bij een opslag en ik betaalde daar tweehonderd gulden. Vervolgens betaalde ik aan een transporteur een bedrag voor twee ritten met een tractor en een open kar naar de camping. Het liep niet geweldig. Een onverwachte windvlaag blies een deel van het huis over de sloot het weiland in. En het werd koud. Met ijzige verstijfde vingers stond ik als een ijspilaar toe te kijken hoe de twee sterke ooms moeite deden om het tenthuis in elkaar te zetten. Ik trakteerde ze op een overnachting en een etentje bij de Chinees. Toen was ik platzak.
En dus werd ik noodgedwongen verhuurder van een ‘sfeervolle houten vakantiebungalow’.
Mijn moeder werd ingezet om de boekingen in goede banen te leiden. Jammerlijk genoeg maakte zij een fout waardoor het huis in eenzelfde week twee maal was verhuurd. De oplossing was om voor deze klanten een ander huis te huren. Huurprijs: aanzienlijk hoger dan de huur van mijn huisje, maar ja. Daarbij kwam de campingeigenaar – hoe had ik hem kunnen vergeten – met de rekening voor stageld, water en licht.
Het najaar brak aan. Ik zag er als een blok tegenop om alles af te breken. Nóg zo’n zomer keihard werken? Nee, dan liever met de jongens en de meisjes van mijn klas in het zwembad flirten. En dus stond er dat najaar een advertentie in de krant: ‘Sfeervol houten zomerhuis te koop’. ‘Proef de vrijheid!’
Voor minder dan de aankoopprijs werd ik verlost van mijn zomerse avontuur.
De baten en de lasten van de zomerverhuur zette ik onder elkaar. Uitkomst: 1,25 gulden winst!’
[cursief]
Het gehele verhaal leest u in de zomereditie van ‘ Terschelling Magazine’ .